‘Nu kan ik mij focussen op de toekomst’
Antonio* is als tiener al verantwoordelijk voor zijn eigen geldzaken, ook al vertelt niemand hem hoe je zoiets aanpakt. Op zijn achttiende belandt hij op straat. Op het dieptepunt – dakloos, baan verloren, depressief – zet hij die éne grote stap die hij nooit eerder durfde te zetten: hij vraagt hulp.
Al heel jong was het leven voor Antonio een strijd om te overleven. Met bijbaantjes moest hij als tiener genoeg geld bij elkaar sprokkelen voor zijn opleiding, zorgverzekering en het kostgeld. ‘Mijn ouders hadden het niet breed. Dus ik moest de hele tijd nadenken over: hoe ga ik mijn eten halen, hoe ga ik geld betalen voor school? Als je die verantwoordelijkheid al heel jong krijgt en je wordt niet goed begeleid, dan leer je het verkeerd aan. Ik deed het op mijn manier, er was niemand om mee te overleggen.’
“Ineens hoef ik mij geen zorgen meer te maken. Alles wordt geregeld. Nu kan ik mij focussen op de toekomst.”
Onder een brug
Op een dag barstte thuis de bom. ‘Ga maar weg, zei mijn vader, ‘ik hoef je nooit meer te zien.’ Ik moest mezelf zien te redden. Ik sliep in het park, op een bankje, onder een brug. Dat is heel onwerkelijk. Je beseft niet dat jou dat ook kan overkomen. Pas als je daar bent, begint het tot je door te dringen.
Je ziet jezelf veranderen op den duur. Je gaat anders kijken naar de mensen om je heen. Bijvoorbeeld als je iemand op straat ziet lopen, dan denk je, had ik dat maar. Je hebt op dat moment niets.
Bij mijn baan in de bouw ben ik zelf weggegaan. Er was geen goede sfeer en collega’s werden gepest. Daarna kwam ik in een negatieve spiraal terecht. Ik raakte depressief. Ik wist niet meer hoe ik dingen moest doen. Toen kwam corona en werd het helemaal aanpoten. Ik ging elke keer van baantje naar baantje om de boel maar drijvend te houden. Dat breekt je op en dan houd je het niet meer vol.’
Hulp vragen
Het bracht Antonio ertoe om te doen wat hij nog niet eerder gedaan had: hulp vragen. ‘Ik vond het eerst heel raar omdat ik niet gewend ben om hulp te vragen én hulp te krijgen. Toen ik het deed, luchtte het op. Vooral omdat ik minder stress had en de dingen beter gingen.’
Antonio mocht bij zijn vriendin en haar ouders wonen en kwam via de gemeente bij Stadsring terecht voor hulp bij zijn financiën. ‘Want ook al probeerde ik het, het lukte mij niet om het op orde te krijgen. Ik zit nu in budgetbeheer en krijg hulp bij het oplossen van mijn schulden. Ineens hoef ik mij geen zorgen meer te maken. Alles wordt geregeld. Nu kan ik mij focussen op de toekomst.
Ik wil graag weer een opleiding doen. De bouw is niets voor mij. Ik wil iets doen wat bij mij past. Ik ga andere mensen helpen die dezelfde problemen hebben als die ik had. En ik ga mijn rijbewijs halen als ik klaar ben met de schuldhulp. Dat wordt allemaal opzij gezet door het budgetbeheer.
Ik ben heel blij met de hulp die ik krijg. Als er iets geregeld moet worden, of als ik vragen heb, kan ik altijd bij mijn budgetconsulent of schuldhulpverlener terecht. Ze denken goed mee over een oplossing. Ik vind het fijn hoe het nu gaat. Uiteindelijk moet ik het zelf gaan doen, dat vind ik best spannend. Het liefst zou ik over drie jaar het budgetbeheer verlengen of iemand vinden die het samen met mij kan doen.’
Af en toe spreekt Antonio zijn vader weer. ‘Hij zegt dat hij trots op me is, dat deed hij vroeger nooit.’
*Antonio is een verzonnen naam. Stadsring beschermt de privacy van zijn cliënten.