Hoe kunnen we de vroegsignalering in Amersfoort en Leusden nog effectiever inzetten? Om die vraag draait het bij de evaluatie van de nieuwe aanpak sinds de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) op 1 januari 2021. Bij de doorontwikkeling leert Stadsring van ervaringen met de aanpak elders.

Organisaties zoals verhuurders en energiebedrijven melden betalingsachterstanden bij de Stadsring, die de vroegsignalering uitvoert voor de gemeente Amersfoort en Leusden. Stadsring probeert vervolgens in contact te komen met deze inwoners om hen hulp aan te bieden. ‘Mensen vragen zelf niet om hulp, maar de hulp wordt outreachend aangeboden’, zegt Marlijn van den Biggelaar, projectleider vroegsignalering. ‘Zo voorkomen we dat betalingsachterstanden uitgroeien tot problematische schulden.’

Marlijn vertelt over de evaluatie van de vroegsignalering.
Projectleider Marlijn van den Biggelaar. VB Fotografie – Sabine Keijzer

Meldingen

Alle meldingen komen binnen in een systeem, waar ze worden gecombineerd en verwerkt aan de hand van criteria. Een hulpverlener kan zien of er op één adres meerdere achterstanden zijn en kan ook terugkijken naar eerdere maanden. Aan de hand van de situatie en afhankelijk van de beschikbare contactgegevens neemt de consulent contact op: telefonisch, via huisbezoek, e-mail, sms of brief. Voor de meest zorgelijke situaties wordt huisbezoek ingezet, bij een laag openstaand bedrag wordt geen actie ondernomen.

Het aantal meldingen van betalingsachterstanden groeide van ongeveer 1.000 in 2020 naar 4.400 in 2021 en 17.000 in 2022. Marlijn benadrukt dat het aantal meldingen grillig is. Soms is de zorgverzekeraar bezig met een inhaalslag of meldt een energiebedrijf tijdelijk niet meer. De 17.000 meldingen vorig jaar hebben geleid tot een contactpoging op 4.159 adressen.

Effect

Regelmatig hoort Marlijn dat mensen naar aanleiding van de contactpoging de schuld hebben betaald. ‘Dat horen we terug van de woningbouwcorporatie. Al heeft diegene niet gereageerd of aangegeven dat er geen hulp nodig is, de actie vanuit de vroegsignalering had in zo’n geval wel degelijk effect.’

Van 48 mensen die zijn doorverwezen naar het Geldloket zijn er 21 op de afspraak geweest. Tien mensen zijn doorverwezen naar de schuldhulp, waarvan er acht in een hulptraject zijn gekomen. Alleen mensen die binnen vier weken na de contactpoging reageren, tellen mee in deze cijfers. Marlijn: ‘We zien dat mensen na een aantal maanden alsnog van het hulpaanbod gebruik maken. Dan is de maand al administratief afgerond.’

Opvallend is dat een kwart van de mensen die naar de afspraak bij Geldloket kwamen, ondernemer of zzp’er zijn met wisselend inkomen. ‘Dat is een succes, want deze doelgroep is moeilijk te bereiken.’

Huisbezoek

Van de interventies is huisbezoek is het meest effectief: bij 64% van de huisbezoeken komt het contact tot stand en 8% van de benaderde huishoudens accepteert het hulpaanbod. Op de tweede plek staat telefonisch contact: 39% van de telefoontjes levert contact op met de inwoner en 3% accepteert het hulpaanbod. Op de derde plek staat het versturen van een brief: er komt contact tot stand met 9% van de ontvangers, waarbij 0,5% het hulpaanbod accepteert. Een sms is de minst effectieve interventie. Omdat maar 2% van de sms’jes leidt tot contact met de inwoner en niemand het hulpaanbod accepteert, wordt de sms inmiddels niet meer ingezet.

Een speciale brief of e-mail naar aanleiding van de hoge energieprijzen bleek effectiever dan een algemene brief of e-mail. Marlijn: ‘We stuurden inwoners die een achterstand hadden op de energierekening die hoger was dan 250 euro, en geen andere achterstanden hadden, een brief of mail waarin werd gerefereerd aan de hoge energieprijzen. Opvallend is dat deze brief in 8% van de gevallen tot contact leidde, en in 4% van de gevallen tot het accepteren van het hulpaanbod. Daarom willen we in 2023 verder experimenteren met een persoonlijkere aanpak.’

“In 2023 willen we experimenteren met een persoonlijkere aanpak.”

Doorontwikkeling

Daarnaast wordt in 2023 gekeken naar de communicatie, zowel naar het gesprek met de inwoner als naar de schriftelijke communicatie. Marlijn: ‘We hebben een training bij Nadja Jungmann gevolgd, we hebben ons klantenpanel laten meedenken en hebben inspiratie opgedaan bij de gemeente Groningen en Amsterdam.’

De vroegsignalering werkte onder de naam ‘Vroeg eropaf’ die landelijk veel gebruikt werd, maar krijgt nu de naam ‘Op tijd erbij’. ‘Dat is meer vanuit de inwoner geredeneerd en positiever’, zegt Marlijn. ‘Ook laten we communicatie we meer aansluiten bij het Geldloket. Dat maakt het makkelijker voor de klant om daar in gesprek te gaan.’

Verder is een van de consulenten met een deurwaarder op pad geweest om zijn aanpak te observeren. ‘Daaruit heeft ze opgepikt om voortaan niet te zeggen: ‘je kunt een afspraak maken’, maar het informeler te maken: ‘kom met mij een kopje koffie drinken’. Ook komt team Bemoeizorg Amersfoort Stad binnenkort vertellen over hoe je binnenkomt bij iemand die weinig hulp wil.’

Reclame

Want dat valt op: veel mensen hebben in hun beleving geen hulp nodig. Zij reageren met: ‘ik betaal het volgende maand wel, wat kom je hier doen?’. Marlijn: ‘Daarom gaan we meer inzetten op de zorgelijkere signalen. We doen dan wel méér: we gaan nóg een ronde op huisbezoek, nóg een keer bellen. En als iemand zegt: ‘ik los het zelf wel op’, dan vraagt de consulent of het goed is dat zij over twee weken belt om te kijken of het gelukt is.’

Marlijn besluit: ‘Je maakt reclame voor de hulp die er is, maar niet altijd op het moment dat mensen ervoor open staan. Dan hoop je dat we een zaadje hebben geplant en mensen op een later moment van het hulpaanbod gebruik maken.’

Geldproblemen waar je met niemand over kunt praten

Eerst zelf aan de slag?

Bekijk onze tips