Zo’n zesduizend huishoudens met een laag inkomen werden in het tweede halfjaar van 2024 van hun schulden verlost zonder iets te betalen aan de schuldeisers. Dat komt omdat de NVVK sinds 1 juli vorig jaar een nieuwe norm hanteert om vast te stellen wat iemand kan aflossen. Daarmee wil de brancheorganisatie van financieel hulpverleners voorkomen dat mensen met schulden onder het bestaansminimum komen.

“Een steeds groter wordende groep in Nederland heeft simpelweg te weinig geld om rond te kunnen komen. Die staan al onder het bestaansminimum”, stelde NVVK-voorzitter Renate Richters bij radioprogramma Dit is de Dag. “Toen hebben wij de afweging gemaakt, ga je dan standaard een bedrag reserveren om schulden af te lossen, waarmee het probleem dat mensen hebben alleen maar groter wordt? Of kunnen we, als dit zich voordoet, de schuld kwijtschelden?”

De NVVK hanteert nu het ‘Vrij te laten bedrag’ (Vtlb) als norm om vast te stellen wat iemand kan aflossen. Wie niets over heeft nadat de vaste lasten zijn betaald en de boodschappen gedaan, krijgt een ‘schuldregeling zonder afloscapaciteit’ (beter bekend als ‘nulaanbod’). Op deze manier wordt rekening gehouden met de bestaanszekerheid van hulpvragers. Heeft iemand vermogen of spaarsaldo, dan krijgen schuldeisers wel een aanbod voor betaling van (een deel van) de vordering.

De schuldregeling zonder afloscapaciteit deed stof opwaaien in de samenleving. Komen mensen zo niet te gemakkelijk van hun schulden af? Leren ze er wel iets van? En wat te denken van de schuldeisers, die geen cent van hun vordering meer terugzien?

Onwenselijk

Nadja Jungmann, bijzonder hoogleraar schuldenproblematiek, noemde in hetzelfde radioprogramma het onwenselijk dat mensen de verantwoordelijkheid die ze voor de schulden hebben door een gebrek aan afloscapaciteit niet kunnen invullen. Daarnaast constateerde ze dat er een groep is waarvoor een bepaalde incassodruk van belang blijft. “Dus dat het niet zo is dat je weet, ik heb een heel laag inkomen, dus ik krijg volledig kwijtschelding en als ik opnieuw schulden maak, kom ik er zonder enige inspanning af.”

Jungmann: “De NVVK is door het kabinet in een onmogelijke positie is gebracht. We hebben een sociaal minimum dat niet toereikend is. […] En dit terwijl bestaanszekerheid bij de laatste verkiezingen hét thema was.”

Schuldeisers niet akkoord

Schuldhulpverleners van Stadsring merken dat schuldeisers vaker dan voorheen niet akkoord gaan met het aanbod. Dat is een direct gevolg van het nulaanbod. Stadsring moet dan naar de rechter voor een dwangakkoord, waarmee de schuldeiser kan worden gedwongen om alsnog akkoord te gaan. Bovendien komt het vaker voor dat mensen in het wettelijke traject komen (de Wsnp). Het is dan alsnog mogelijk om zonder betaling van de schulden af te komen, maar er moet dan aan allerlei vereisten worden voldaan. Het administratieve proces dat daarbij komt kijken, vergt veel van alle betrokkenen.

Het is duidelijk dat door de schuldregeling zonder afloscapaciteit een nieuw evenwicht moet worden gevonden tussen het belang van inwoners met schulden en dat van hun schuldeisers. De schuldhulpverlener behartigt namelijk de belangen van beiden.

Voor de kleine ondernemer kan het uitblijven van betaling ertoe leiden dat diegene zelf financieel in de knel komt. Dick van Maanen, directeur van Stadsring, onderkent hoe vervelend dat is, maar staat desondanks achter het nieuwe NVVK-beleid. “In het verleden reserveerden we in de begroting altijd een bedrag voor de schuldeisers, ook al kwam er te weinig geld binnen om in het levensonderhoud te voorzien. Feitelijk duwde je iemand nog verder onder het bestaansminimum en werden de problemen alleen maar groter. Overigens moeten we ons daarbij realiseren dat ook dan er vaak maar een heel klein deel van de schuld (gemiddeld nog geen 10%) uiteindelijk werd afgelost.”

Verplichte begeleiding

In de Tweede Kamer werd 11 februari 2025 een motie van de VVD aangenomen om inwoners na kwijtschelding van de schulden verplicht 12 maanden in beeld te houden binnen de schuldhulpverlening. “Zonder begeleiding is de kans groot dat mensen terugvallen in oude patronen en dan zijn we verder van huis dan vóór de kwijtschelding”, stelde kamerlid Bart Bikkers (VVD) op de website van BKR.

Dick van Maanen onderkent het belang van het begeleiden van mensen naar financiële redzaamheid. “We proberen  deze begeleiding tijdig op te starten, ook vanwege de verkorting van de looptijd van een schuldregeling naar achttien maanden. Mensen zijn echter pas in staat om nieuwe dingen te bereiken als de stress door de schulden verminderd is.” Verplichte begeleiding staat volgens Van Maanen op gespannen voet met de autonomie van inwoners en werkt averechts voor de motivatie. Het is nog maar de vraag of gedwongen begeleiding zorgt voor bijvoorbeeld een gewenste gedragsverandering in omgaan met geld.

Verhoog het bestaansminimum

De schuldregeling zonder afloscapaciteit maakt zichtbaar dat er grote groepen inwoners zijn die structureel te weinig inkomen hebben om van rond te komen. De NVVK brengt periodiek in kaart welke groepen niet in staat zijn om maandelijks af te lossen. Dick van Maanen: “Deze mensen kunnen ook niet reserveren voor onvoorziene uitgaven. Goede begeleiding is in zo’n situatie niet genoeg om duurzaam uit de schulden te blijven, want door één tegenslag kunnen er nieuwe schulden ontstaan. Verhoging van het bestaansminimum is daarom de beste interventie die ervoor kan zorgen dat mensen duurzaam schuldenvrij blijven.”