Stadsring werkt nauw samen met andere organisaties die actief zijn in de gemeente Bunschoten. Elke inwoner krijgt zo de hulp die hij of zij nodig heeft. Een belangrijke samenwerkingspartner is De Boei. Joost Bakker, sociaal werker en coördinator van het Cliënt Informatie Punt (CLIP), vertelt ons meer.
Wat biedt De Boei inwoners van de gemeente Bunschoten?
“De Boei is een algemene sociaal werk organisatie die zich richt op alle leeftijden, van jong tot oud. We bieden individuele begeleiding in welzijnsprojecten, ontmoetingsgroepen en trainingen. Terwijl het sociaal team in Bunschoten houdt zich bezig met complexe en meervoudige problematiek, richten wij ons op het voorveld. Ons doel is om problemen vroegtijdig op te pakken om grotere zorgen te voorkomen.
Elke ochtend tussen 9.00 en 11.00 uur verzorgen wij het Cliënt Informatie Punt (CLIP). Vrijwilligers helpen inwoners met praktische zaken zoals het aanvragen van toeslagen, kwijtschelding, belastingaangifte of inschrijving voor een sociale huurwoning. Bij het CLIP komen veel vragen binnen.”
Hoe ziet de samenwerking met Stadsring eruit?
“Stadsring verwijst inwoners door naar het CLIP voor hulp bij het uitzoeken van zaken of het invullen van formulieren. Als wij iemand zien met grotere problematiek, dan sturen we diegene door naar Stadsring.
Daarnaast is De Boei de initiatiefnemer van Schuldhulpmaatje, een vrijwilligersorganisatie die mensen ondersteunt om financieel zelfredzaam te worden. Hoewel Schuldhulpmaatje los staat van De Boei, heeft het wel altijd een coördinator vanuit De Boei. Dit zorgt ervoor dat de organisatie goed is ingebed in het sociaal domein, waardoor we voorkomen dat mensen van het kastje naar de muur worden gestuurd. De coördinator kan breder kijken en signaleren waar een vraag thuishoort.
Maatjes ondersteunen bij de financiële zaken, maar als de oorzaak van de problemen sociaal-emotioneel is, zoals een verslaving of gezinsproblemen, moet dit eerst aangepakt worden. Schuldhulpmaatje helpt inwoners met schulden die binnen drie jaar afgelost kunnen worden. Dan kunnen mensen het nog zelf regelen of samen met een vrijwilliger. Als de afloscapaciteit onvoldoende is, verwijzen we door naar Stadsring.
Daarnaast doen wij samen met Stadsring huisbezoeken in het kader van vroegsignalering. Mijn collega Annemieke bezoekt samen met een collega van Stadsring adressen van inwoners met betalingsachterstanden. Annemieke richt zich op het sociaal-emotionele aspect, terwijl de collega van Stadsring het financiële stuk bekijkt. Als iemand open staat voor hulp, bekijken we samen welke hulp passend is.
In Bunschoten hangen mensen niet graag de vuile was buiten, dus ze stellen het zo lang mogelijk uit om hulp te vragen. Schulden proberen ze eerst zelf op te lossen, bijvoorbeeld door te lenen in de eigen omgeving. De vroegsignalering werkt goed omdat het proactief is. Hoewel mensen eerst schrikken, ervaren ze het uiteindelijk als prettig omdat ze voelen dat het echt een helpende hand is.
Elke drie weken hebben we casuïstiekoverleg met onder meer Stadsring, waarbij we anoniem casussen bespreken om ervoor te zorgen dat we dezelfde kant op kijken.”
Wanneer verwijst De Boei mensen door naar Stadsring?
“Inwoners met hoge schulden verwijzen we naar Stadsring. We kijken ook samen waar we maatwerk kunnen bieden. Bijvoorbeeld als iemand met een heel laag inkomen elke maand geld tekort komt en weinig mogelijkheden heeft om dat te veranderen. Dan vragen we Stadsring of we nog opties over het hoofd zien. Of als iemand tegen een juridisch conflict aanloopt, zoals een werkgever die niet uitbetaalt, dan denken we samen mee.”
Hoe ervaar je de samenwerking?
“De samenwerking met Stadsring is heel prettig. Het is fijn dat we bij jullie de menselijke maat treffen, mensen voelen zich geen nummer maar er wordt echt persoonlijk naar hun situatie gekeken. Jullie zijn bereid om een stapje extra te zetten en denken met ons mee. Bunschoten is een kleine gemeente, waardoor we vaak op zoek moeten naar passende oplossingen. Jullie zijn altijd bereid om met ons mee te zoeken naar de beste oplossing voor de inwoner.”